Over democratisch verkozen melk en honing, multiculturele prullenbakken en sluipmoordenaars
Afhankelijk aan wie je het vraagt is Nederland na de provinciale Statenverkiezingen van 20 maart veranderd in een fascistische helstaat of een land van democratisch verkozen melk en honing waar de verbannen elite niets te zien van zal krijgen. Nu ik, een week later, beide nog niet heb meegemaakt, voel ik mij stiekem toch wel een beetje bedrogen. Wat ik daarentegen wel meemaak, is dat steeds meer mensen deze overdrijvingen overnemen en daarmee bijdragen aan de polarisatie die het houden van discussies onmogelijk maakt.
Democratisch verkozen belangen
Deze uiteendrijving is een gevaar voor ons westerse vrijheidskindje: de democratie; het concept waarbij het volk (dèmos) zichzelf kan heersen (kratein). Omdat het heel onpraktisch is om voor elke beslissing die gemaakt moet worden iedere Nederlander een NL-Alert te sturen, verkiezen wij met z’n allen (min de 20% die het stembureau te ver lopen vindt) elke vier jaar 150 Kamerleden die dat voor ons mogen doen. Deze 150 zetelvullers zitten daarna 4 jaar in de Tweede Kamer om de belangen van de mensen die op hun partij hebben gestemd te behartigen. Is dit ideaal? Nee. Hebben we iets beters? Nee.
Echter, omdat wij als eigenwijze Nederlanders lang niet over alles hetzelfde denken heeft dit wel als gevolg dat er ook stoeltjes bezet zijn met belangen die jijzelf, net zoals de uitslag van het Oekraïnereferendum, liever genegeerd ziet. Maar dit is nou juist de kracht van onze democratie: ook minderheden en andere belangen krijgen een stem. Dit betekent niet dat je elk belang meteen een accepterende omhelzing moet geven, je moet slechts tolereren dat er ook andere belangen zijn dan de jouwe. Zie dit niet als een probleem, maar als de democratie die je empathisch vermogen uitdaagt.
Geldige beweegredenen
Toch blijkt maar weer dat deze uitdaging niet voor iedereen weggelegd is. Zo zet een kleine groep mensen heel gemakkelijk “verkeerde” stemmers weg als dom of idioot; zo zouden ze zich niet goed hebben ingelezen of ze stemmen puur om anderen te irriteren. Voor het overgrote gedeelte van de fanatieke hokjesinkleurders zal dit niet het geval zijn, maar zelfs de kleine minderheid die wel stemt om anderen dwars te liggen zul je moeten accepteren. Nu kun je het oneens zijn met de beweegredenen die iemand heeft om een bepaalde stemkeuze te maken, maar voor die mensen was het een geldige reden om die stem uit te brengen. Om dat daarna weg te zetten als dom is niet alleen onbeschoft, het is een directe belediging tegen alles waarvoor een democratie staat. De echte sluipmoordenaar van de democratie was niet Ollongren die referenda afschafte; het zijn stemmers die elkaars keuze niet kunnen respecteren en geen ruimte overlaten voor debat.
En juist ruimte maken voor discussies lijkt steeds moeilijker te zijn voor bepaalde groepen mensen. Een Utrechtse docent hoopte op een nieuwe Volkert die Baudet om zeep zou helpen en ook tijdens een demonstratie klinkt dezelfde doodswens. Verder worden aanhangers van het Forum voor Democratie op straat uitgemaakt voor racisten en fascisten, alleen omdat ze hun rode potlood op de “verkeerde plek” op het stembiljet hebben laten neerkomen. Aan de andere kant van het spectrum kom je hetzelfde tegen: GroenLinks stemmers zijn communisten die met het binnenhalen van half Afrika de Nederlandse normen en waarden de multiculturele prullenbak ingooien. Door mensen zo in een hokje te plaatsen sluit je ook meteen de deur van hetzelfde hokje wat naar een fatsoenlijk gesprek had kunnen leiden.
Acceptatie van het tegengeluid
Als je dan in je bui van ongenoegen toch iemand iets moet verwijten, dan zul je eerder aan moeten kloppen bij de andere politieke partijen, die het niet voor elkaar kregen om een groep kiezers die zich niet vertegenwoordigd voelde tot zich te trekken. Dit vacuüm van ongehoorde belangen werd vervolgens opgevuld door partijen zoals bijvoorbeeld het Forum voor Democratie; De opmars van de ene partij, in dit geval het FvD, is te verwijten aan de nalatigheid van de andere partijen.
Nu kan ik mij persoonlijk niet vinden in de standpunten van het Forum voor Democratie en de manier waarop Thierry Baudet politiek bedrijft. Maar dit betekent niet dat ik mij geneigd voel om mensen die het daar wel mee eens zijn de mond te snoeren door ze te bestempelen als “randdebiel”, “racist” of “NSB’er”. Sterker nog, ik ben juist blij dat er mensen hun stem laten horen. Immers is een democratisch parlement met slechts één geluid en slechts één belang niets meer dan het begin van een totalitaire staat. Uiteindelijk blijven de verkiezingen, en in het verlengde daarvan de democratie als geheel, een spel waarbij er zowel winnaars als verliezers zijn. En laten wij dan samen onze verliezen accepteren en onze overwinningen vieren. Al is het alleen al omdat ik het niet op mijn geweten wil hebben dat ik straks de sluipmoordenaar ben van de democratisch verkozen melk en honing.
› Jord Nijhuis